zondag 22 december 2013

grapassociaties

Martin Sommer schrijft over de WMO, op pagina 33 van de Volkskrant van 2 en 3 november. Maar voordat ik op de inhoud van zijn artikel inga, moet ik nog iets kwijt over zijn schrijfstijl. Van de eerste kolom van zijn artikel (tweeëneenhalve kolom groot) is meer dan driekwart alleen maar inleidende grapassociaties en -ergernissen van een meneer die graag de schijn wil ophouden dat hij erg verdraagzaam is. Hij schrijft dat hij zijn hele doopceel bij Albert Heijn moet invullen [een doopceel wordt gelicht, toch?], en een vrouwelijk kamerlid  noemt hij een juffrouw van de PvdA.

En dit zegt hij: het geld van de overheid trekt zich weliswaar terug, tegelijkertijd eist de overheid steeds meer persoonsgegevens van burgers. Martin Sommers angstbeeld is een ambtenaar bij hem aan de spreekwoordelijke keukentafel, die alles kan en mag vragen, alles doorziet en besnuffelt en vervolgens allerlei morele beslissingen neemt over hoe Martin Sommer dient te leven, wil hij voor  overheidsondersteuning in aanmerking komen.

Hij besluit dat hij het merkwaardig vindt, dat dit tot dusver in Nederland nauwelijks tot een rimpeling geleid heeft, en dat komt, legt hij uit, doordat Vadertje staat hier van oudsher een huisvriend is. Misschien is Nederland grosso modo een heel fatsoenlijk land, waar Vadertje staat inderdaad een huisvriend ìs. Ik vermoed dat de nieuwe WMO zich wel aan de grondwet houdt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten