Peter Middendorp schrijft over democratie, en dat is begrijpelijk, want in de tijd dat de gratis krant de Pers nog bestond, was hij voor die krant de correspondent in Den Haag en probeerde als argeloze passant bij het Binnenhof binnen te dringen. Zijn verslagen daarover waren hilarisch, want het Binnenhof geeft zichzelf niet gemakkelijk prijs. Nu werkt hij bij de Volkskrant; zijn foto bij zijn column in die krant is een andere dan die in de Pers stond. In de Pers leek hij op Cornelis Bastiaan Vaandrager, nu lijkt hij op Erben Wennemars. Om een of andere verwerpelijke reden ben ik sneller geneigd om de column van Cornelis Bastiaan Vaandrager te lezen dan eentje van Erben Wennemars.
Peter Erben Wennemars Middendorp schrijft dat de politiek het domein is geworden van mensen die de hele dag beroepsmatig aan de werkelijkheid lopen te draaien. En dat als je daarin hoor- en wederhoor toepast, je dubbel onthecht gepraat krijgt, in het journaal. Ik denk dat hij bedoelt dat er 'tegenwoordig' in de politiek veel wordt gelogen ('aan de werkelijkheid draaien'); volgens van Middendorp komt dat doordat er op het Binnenhof zoveel gespind wordt (door spindoctors). Journalistieke objectiviteit is niet opgewassen tegen spinnen, maak ik uit Middendorps analyse op.
Ik begrijp deze analyse niet. Als een politicus liegt, kun je toch objectief mededelen dat hij (of zij) liegt? Juist als je daar subjectieve mededelingen over doet, komt dat op mij over als dubbel onthecht gepraat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten