vrijdag 5 juli 2013

Westerse en niet-Westerse maatschappij

Tussen 1990 en 2010 werden de computers en het internet toegankelijk voor iedereen; aanvankelijk alleen voor de zakelijk markt, maar al snel ook voor particulieren. Alle digitale uitvindingen en toepassingen zorgden voor een sterke opleving van de Westerse economie, waaraan volgens sommige economen nooit meer een eind zou komen. Bovendien was in 1990, met de ineenstorting van de Sovjet Unie, de koude oorlog vrij plotseling voorbij. Als reactie op de magere jaren onder Reagan en Thatcher kwamen de linkse partijen in de Westerse wereld met de Derde Weg, waarin ze veel  principes achter zich lieten, en met succes: er kwamen pragmatisch links-liberale regeringen in de UK, in Duitsland, Nederland en de VS.

Rond de millenniumwisseling begonnen er scheuren te komen in het succes van de Derde Weg, met name omdat de Derde Weg geen antwoorden had op structurele ethische problemen die steeds scherper zichtbaar werden, zoals de moeizame relatie tussen de Westerse en de niet-Westerse maatschappij, op kleine en grote schaal. Bovendien bleek de opleving van de economie helemaal niet blijvend, maar grotendeels gebaseerd op risicovolle econometrische constructies.

Vóór de millenniumwisseling zag de Westerse wereld er vooral informeel uit: de it-nerds op sneakers en in T-shirts bleken ook heel succesvol te kunnen zijn. Na de millenniumwisseling, toen de conservatieve Amerikaanse president George W Bush the War on Terror afkondigde, werd iedereen voorzichtiger. Intussen kreeg (technische) duurzaamheid - 'goed voor het milieu' - steeds meer aandacht van de politiek. Duurzaamheid kreeg een herkenbare vormgeving. Tegelijk leiden de energiezuinige ontwerpen niet tot energiezuiniger gedrag: men gaat luxer leven met dezelfde energierekening.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten