Tussen 1970 en 1990 kwam er een mondiaal besef dat de leefwijze van de moderne mens op korte termijn tot drastische milieuschade leidt. China en India reageerden snel, door krachtige geboortebeperkingsmaatregelen te treffen. Bovendien kwam er een einde aan de Westerse welvaartsgroei van de laatste twintig jaar door twee Oliecrises, die aangewakkerd werden toen de Arabische wereld meer economische en politieke betekenis probeerde af te dwingen in ruil voor de olie die de welvaart in het Westen in stand hield. Tegelijk blijken veel 'gastarbeiders' - die het islamitische geloof naar Nederland brachten - bij de economische terugval van het Westen, niet terug te keren naar hun geboorteland. De relatie tussen de islamitische Nederlanders en de niet-islamitische Nederlanders komt onder spanning te staan.
In de economische politiek in Europa en de VS vonden de ideeën van Milton Friedman bijval bij politici als Reagan, Thatcher en Kohl, die de economische crisis op het eerste gezicht succesvol bestreden door te privatiseren en te bezuinigen. Ook de communistische landen stagneerden, door corruptie en nepotisme en door de dure wapenwedloop. De voorzichtige openheid die de jonge secretaris-generaal Gorbatsjov in gang zette leidde tot de instorting van de Sovjet Unie en van het Oostblok. In China werd alleen de markt geliberaliseerd, maar bleef de Partij krachtig aan de macht.
De aanhangers van Milton Friedman, de yuppies, wilden wel pronken met de efficiënte designs van het modernisme, maar liever met een knipoog: een post-modernistische twist. Daarmee werd design een elitair verschijnsel. De jongeren, die meestal niet profiteerden van de nieuwe economische politiek, waren vaak apathisch individualistisch of radicaal actief in de kraakbeweging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten