donderdag 27 juni 2013

verder- en afstuderen

Na opstartproblemen die bijna vijftien jaar geduurd hebben, begint duidelijk te worden wat de opleiding (bachelor) Engineering, Design en Innovation inhoudt. De ingenieurs met die naam die wij totnogtoe hebben afgeleverd zijn nog te weinig onderscheidend van werktuigbouwkundige ingenieurs. En, later, een andere lichting Product Designers die weer te onderscheidend waren van de ED&I-ers. Engineering, Design en Innovation, te Amsterdam, gaat volgend jaar zijn definitieve invulling krijgen. En dan gaat het vooral om de definitie van het beroep: dat wijzelf, en daarna iedereen, weet wat een ingenieur (of eigenlijk: een bachelor of engineering) ED&I voor werk doet.

Wat werktuigbouw en product design verbindt, is dat beide beroepen gedreven worden door het verlangen om iets te maken. Een ding, iets fysieks dus. En de werktuigbouwers maken dan een ding dat een duidelijke functie kan uitvoeren, terwijl de product designer een ding maakt dat de mensen graag willen hebben. Wat mij betreft kun je op iets anders dan een ding niet afstuderen, bij ED&I. Als je dus een onderhoudsplan wil maken of een app, dan moet je - wat mij betreft - maar in Utrecht of in Alkmaar verder- en afstuderen.

Als we zoeken naar verbondenheid tussen de ED&I-studenten en -docenten onderling, dan lijkt het me handig om alle onderscheidende onderwerpen uit de propedeuse te mikken. Vormgeving is dus geen onderwerp voor het eerste jaar, tenzij het human factors heet en sporadisch aan bod komt. Sterkte-, stromings- en elasticiteitsleer zijn daar dus geen onderwerpen. Wel kan: een jaar lang gezamenlijk mooie en functionele dingen maken, die op verschillende kwaliteiten beoordeeld worden. Dat kan ervoor zorgen dat de werktuigbouwkundige werktuigbouwkundig kan excelleren en de product designer ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten