zaterdag 1 juni 2013

slapstick

Mijn kinderen kunnen zeer aanstekelijk lachen. Mijn zoon lacht als hij een grap begrepen heeft, of denkt die begrepen te hebben. Hij is een zeer toegankelijk kind en hij is verrukt dat zijn communicatie sinds kort uitgebreid is met humor. Jakobs humor is soms wat ondoorgrondelijk, heel soms een heel klein beetje ironisch, maar nooit, nooit komt het in de buurt van sarcasme.

Mijn dochter lacht nog expressiever dan haar broer; zij lacht met haar hele lichaam, lang achter elkaar, het liefst om onverwachte geluiden, om expressieve gezichten en bijzondere bewegingen. Om slapstick in en om het huis dus. Als ze niet lacht kan ze enorm verbitterd uit de hoek komen, maar ze heeft die verbittering (nog) niet met haar humor gemengd.

Lucie lacht ook als ik haar plagerig voortborduur op onhandige dingen die ze zelf doet. Ze valt regelmatig van haar stoel van het lachen. Vind je dat nou leuk, dat pappa je plaagt? vroeg Lucies moeder. Wat bleek: ze lacht wel, maar echt leuk vindt ze het niet. En stel je voor, dat ik ermee ophoud, met dat voortborduren, zou er dan nog gelachen worden? En mijn lessen, daar op de HvA, wat zou daarvan overblijven, als ik volledig respectvol zou worden ten aanzien van de studenten?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten