Een belangrijk bewijs dat mensen kunnen denken, is dat mensen geloven dat de wereld binnenkort ophoudt te bestaan. Misschien houdt het menselijke denken op, als er geen enkele mogelijkheid meer is om te geloven dat de aarde vergaat. Ik denk dat dieren, die toch wel enige intelligentie hebben, niet zulke gedachten hebben. Dat is de reden waarom we dieren mogen opeten, bontjassen van ze mogen maken en biljartballen. Daarom is het voor de dieren niet erg dat er elke dag vijf soorten van uitsterven. Ik vind dat tragisch, van de bontjassen en de biljartballen en en van dat uitsterven. Vooral omdat ik dan denk dat de wereld binnenkort ophoudt te bestaat. En dat is best jammer, van de wereld. En van mijzelf.
Ik denk wel dat de wereld een keer ophoudt om te bestaan. Zeker als de zon supernova gaat, ... maar dat duurt nog 5 miljard jaar. En natuurlijk hebben we voor die tijd een interstellair sterrenschip ontwikkeld. Maar vijf miljard jaar is niet echt binnenkort, vind ik. Bovendien is dat niet een einde, het is alleen maar een incidentje, als er eenmaal een interstellair sterrenschip is. En als we zo'n sterrenschip kunnen bouwen (en dat kunnen we, echt waar), dan kunnen we ook de dna-codes van al het leven dat ons dierbaar is meenemen aan boord.
Wat heel misschien zou kunnen, is dat alle mensen op grote schaal doodgaan en tenslotte uitsterven, als mammoeten en sabeltandtijgers: een gevalletje van enorme oeps. Maar ook een onwaarschijnlijk gevalletje van oeps: het gaat namelkijk juist steeds beter. De wereld vergaat niet. De wereld, en alle aardse intelligentie, wordt juist meer, groter, universeler.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten