donderdag 30 mei 2013

schunnige grappen

Het zal de lente wel zijn, dat ik opeens mijn leeftijdsgenoten opmerk. Hoe staan we er eigenlijk voor, oogstjaar 1969? Ik ben van lichting 87-4 en de enige in mijn peleton die jonger was dan ik, was geboren in 1970. 1970! Ongelofelijk, die had de jaren zestig niet eens meegemaakt! En wel roken en autorijden en schunigge grappen vertellen. Ik ben de verbazing nooit helemaal te boven gekomen.

En toch: ik kijk naar mijn leeftijdsgenoten als een outsider. Omdat ik zo jong gebleven ben. Dat betekent: omdat ik vergeten ben een duidelijke keuze te maken en iets te worden. Kijk ik naar mijn leeftijdsgenoten, dat denk ik: ja, misschien moest ik ook maar eens iets worden. Ik heb alleen geen idee wat.

Maar ik kan ook niet vertellen wat mijn leeftijdsgenoten geworden zijn. Wat ze vertegenwoordigen, of wat ze betekenen. Alleen, dat ik ze heel erg oud vind. Heel erg een oude wereld vertegenwoordigend: dingen verdedigend die er niet werkelijk toe doen, lawaaiig, conservatief, ideeƫnloos, saai. Generatie nix.

2 opmerkingen:

  1. hm, dat heb ik ook. alleen ben ik van 1975. klopt het dat er van jouw generatie minder zijn, omdat ik het kind ben van een baby-boomer? ik zou denken dat er dan in verhouding ook meer van ons zijn, als er zoveel van die baby-boomers waren. jullie ouders zijn geboren midden in de oorlog ofzo? dat was uitzonderlijker toch? maar evengoed duurt die generatie nix tot diep in de mijne voort...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik voel me verwant met de generatie die tussen '60 en '70 geboren is, en dus nadrukkelijk geen babyboomers als ouders heeft. Mijn ouder zijn van '37 en '39, dus van voor de oorlog, en omdat ze voor hun tijd pas laat aan mij begonnen zijn, trokken ze op met mensen die vaak al kinderen hadden. Zodoende heb ik nogal wat oudere broers van nabij meegemaakt. Nooit jongere: ik was altijd overal de jongste.
    Ik voel me daar weliswaar mee verwant, maar iedereen van voor '67 is toch nadrukkelijk ouder en ook een andere generatie. Die voor'67-ers hebben namelijk de punktijd, noem het het Grote Sterven, nog meegemaakt, in de zin dat ze er middenin zaten. En na de punk kwam helemaal niets meer. Tot op heden: de tijd staat stil. Alleen worden we (maar vooral: ze) dikker en lelijker.

    BeantwoordenVerwijderen