Eergisteren werd ik voor de Albert Heijn aangesproken door een jonge blonde vrouw in een Oxfam-Novibvest. Dit was haar openingszin: 'Mag ik u iets vragen, meneer? Hoe heet de hoofdstad van Japan?' En daarna hield ze een lei omhoog waarop nog vier vragen stonden, waarvan ik er wel enkele goed kon beantwoorden. De laatste vraag ging over de millenniumdoelen, waardoor ze eindelijk bij Oxfam Novib kwam, waarvoor ze hier op haar vrije zaterdag twee uur langer stond te werken dan ze betaald kreeg. Want dat deed ze, zei ze.
Het verleidelijke aanbod was, dat Oxfam Novib van mij 36 euro wilde krijgen, en met dat geld een kind in een arm land een jaar naar school kon sturen. Gisteren bedacht ik pas dat 36 euro per kind wel erg slecht betaald is voor de docenten die die kinderen moeten lesgeven. Ik ben er nog niet heel bedreven in om Oxfam Novib en andere grote jongens (bij monde van meisjes, in dit geval) uit de hulpverlenerij af te wimpelen. Want afwimpelen wil ik ze, allemaal. Mijn geld geef ik liever aan iemand die ik ken.
En iets doen. Niet soms, maar de hele tijd. Iets doen, waar ik zelf ook iets aan heb. En sinds mijn faux pas met Jet Bussemaker is mijn eigen millenniumdoel geworden: bestrijding van het sexisme. Dat jonge blonde vrouwen ingehuurd worden om middelbare mannen van mijn leeftijd voor de Albert Heijn te verleiden tot allerlei volstrekt irreƫle transacties, dat is toch ook sexisme, ergens, eigenlijk?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten