maandag 1 april 2013

collega's

In Folia, de glossy van de UvA/HvA, schreef ik een stukje over de gevoeligheid van mensen die positief scoren op de dsm4-lijst voor autisme. Ik schreef dat stukje, omdat ik denk dat er op mijn werk veel studenten zijn die dat doen. Maar ook omdat ik wel enkele collega's heb die dat doen. Dsm4 is geschreven om kinderen te meten. Om collega's te meten heb ik dsm4 vertaald naar volwassen gedrag. Als volgt: 
(sociale interactie)
(a) afwijkend gebruik van oogcontact, gelaatsuitdrukkingen, lichaamshoudingen en gebaren tijdens sociale interactie.
(b) er niet in slagen om tot meer dan oppervlakkige relaties te komen.
(c) zelden iets met anderen delen. 
(d) afwezigheid van sociale of emotionele wederkerigheid.
(communicatie)
(a) sterk wantrouwen tegen speels taalgebruik.
(b) duidelijke beperkingen in het vermogen een gesprek met anderen te beginnen of te onderhouden.
(c) stereotiep en herhaald taalgebruik of eigenaardig woordgebruik.
(d) afwezigheid van gevarieerd taalgebruik.

(stereotiep gedrag)
(a) stereotiepe en beperkte belangstelling die abnormaal is ofwel in intensiteit ofwel in richting.
(b) rigide vastzitten aan specifieke niet-functionele routines of rituelen.
(c) stereotiepe en zich herhalende motorische maniĆ«rismen. 
(d) aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten