Ik sliep twee nachten in een Bed&Breakfast in Twekkelo: op 't Oorbeck, bij de familie Overbeek, maar in Twente zegt men dan vermoedelijk op het (familie) O(ve)rbe(e)k. De familie Overbeek woont, naar eigen zeggen, al meer dan duizend jaar op deze grond, en dat laat zich aanzien, want Twente is echt oude grond. Oude grond, met beken en onverkaveld landschap. En boerderijen zo groot als enkele voetbalvelden, terwijl het land er omheen niet groter is dan een stadspark. Boeren is niet rendabel meer, zegt de familie Overbeek.
Het verschil tussen een boerderij waar geboerd wordt en een boerderij die een andere functie gekregen heeft is heel makkelijk te zien. Van een boerboerderij is het dak een beetje doorgezakt en scheuren te muren. Op het erf van de boerboerderij ligt van alles onder landbouwplastic en er is een tuin met een waslijn met plastic knijpers; er is een rozenperkje middenin een gazon dat een tikkeltje vergeeld is. Een schuldeloze esthetiek.
Zodra de -derij zonder boer is verdwijnen het landbouwplastic en de plastic knijpers en komt de esthetiek voor het toerisme. Met ongelofelijk geduld gemetseld van handgeschilderde tegels, de geleemstuukte houtkachel, gemoffeld aluminium, geboend hout. Het is prachtig, maar ik weet nog niet precies waar ik als ontwerper naar moet kijken. Ik zoek naar het vakmanschap: waar de industrieel vervaardigde tegel het ronde ra
ampje ontmoet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten