Ik vind het prettig om beleid te hebben voor mijn uiterlijk. Beleid over mijn haar, beleid over mijn schoenen en beleid over mijn kleding. Met mijn beleid heb ik al vele jaren geoefend, en het is nu zo uitgekristalliseerd, dat ik me bijna overal gemakkelijk mezelf kan zijn met mijn haar, schoenen en kleding. Dat beleid is een compromis tussen wat ik besteden wil en wat de mode eist, tussen hoe ik me presenteren wil en wat de mensen die vaak naar mij kijken nog kunnen verdragen. Eerlijk gezegd geeft wat ik besteden wil vaak nog de doorslag, want ik ben krenterig, als het om mijn uiterlijk gaat. Dit stukje gaat verder over mijn broek-beleid.
Ongeveer een jaar geleden kocht ik, hoofdschuddend gadegeslagen door mijn vrouw, een spijkerbroek van Nudie, in een model dat ik minder belangrijk vond, maar van Japanse spijkerstof die volledig ongebleekt was. De verkoper van de broek deed voor hoe die broek - slim fit - laag gedragen moest worden. Ik wil mijn spijkerbroeken niet laag dragen, omdat ik vind dat dat niet lekker zit. Die Japanse spijkerstof, daar was ik op gebrand. Dit was eindelijk een spijkerbroek waarop ik mijn eigen slijtplekken kon maken.
Om Japanse spijkerstof te verslijten moet zo'n broek een half jaar lang onafgebroken gedragen worden, en nooit gewassen, tussendoor. Japanse spijkerstof is tamelijk stug, maar na een half jaar was er inderdaad wel een klein beetje slijtage, op mijn heel eigen Rik Almekinders plekken. En toen ging ik 'm wassen. En toen trok ik 'm weer aan, uit de was, en zag ik, dat ik een half jaar lang in een zeer vreemd model spijkerbroek rondgelopen had. Slim fit is inmiddels uit de mode, las ik ergens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten