Met name op foto's valt op dat ik kaal word. Ik bedoel: kaal ben. Als ik in spiegels kijk, in een constructie van meerdere spiegels, om de bovenkant en de achterkant van mijn hoofd in beeld te brengen, dan vind ik mezelf een stuk minder kaal dan op foto's. Ik denk dat de waarheid tussen de foto's en de spiegels in ligt, maar die waarheid is wel dat ik kalig ben. De haren op mijn hoofd zijn minder talrijk dan toen ze eindexamen deden (en ik, grappig genoeg, behoorlijk ontevreden over ze was).
Ik zie veel mannen die zo oud zijn als ik - en mezelf ook - met kaligheid boven hun voorhoofd en achterop hun hoofd, die dan al het haar - en dat kan best nog een hoop zijn - van hun hoofd af scheren. Ik vond het bevrijdend, om helemaal kaal niet meer over mijn haar te hoeven nadenken. Zoals ik niet meer over een been zou hoeven nadenken, na amputatie. Tja. Haar is misschien dood materiaal, het is wel mijn dode materiaal.
Ik ben de laatste weken mijn haar er dus weer aan het opzetten. Eigenlijk wil ik het haar van Nico Haak. Gewoon groeien, dan gaat dat vanzelf, als ik krullen zou hebben. Alleen degene die het vaakst naar mij kijkt, wil niet naar mijn versie van het haar van Nico Haak kijken. De kapper heeft er nu iets van gekapt, van mijn haar. Hij gebruikte er zelfs een aansteker bij. Mijn amputatie is opgeheven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten