Mijn jeugd was tamelijk rimpelloos; ik bedoel daarmee dat er om mij
heen niet veel emoties te zien waren. Nou ja, eentje dan: er werd gelachen. Wekelijks, om de televisieprogramma's van van Kooten en de Bie. Ik vond dat prettige momenten, als er samen werd gelachen. We
waren zo samen, als gezin, opeens.
Het was alsof het van Kooten en de Bie waren die ervoor zorgden dat
wij ons als gezin verbonden voelden. Van Kooten en de Bie, dat was geluk uit de televisie. Het inspireerde mij om zelf ook van Kooten en de Bie te willen zijn. In mijn vriend O vond ik een partner, met wie
ik samen van Kooten en de Bie kon willen zijn. Van Kooten en de Bie zijn, dat moest met iemand samen. Ik heb O nooit gevraagd waarom hij van Kooten en de Bie wilde zijn.
Bij het televisieprogramma van Kooten en de Bie sloegen weer toe kan
ik zien wat van Kooten en de Bie zijn inhoudt. Ze noemen het satire,
maar wat ik zie is hun gezamenlijke verlangen om authentiek te willen
zijn en daarmee mensen te ontroeren. En dat authentiek zijn, dat lukte
steeds maar half. Van Kooten en de Bie zijn zelf ook typetjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten