maandag 27 februari 2012

originality

Het verlangen om van Kooten en de Bie te zijn is nooit helemaal overgegaan, bij mij. En ik ben daar niet zo uniek in, want sinds de documentaire van Coen Verbraak gaan een heleboel kranten ook de hele tijd over hoe het is om van Kooten en de Bie te zijn. Vrij Nederland bijvoorbeeld, deze week. Daarin gaat het over de opvolgers van van Kooten en de Bie: al die mensen die verlangden om van Kooten en de Bie te zijn en die nu met iets van Kooten en de Bie-achtigs geld verdienen. Wim de Bie schijnt overigens nog op zoek te zijn naar zijn opvolger. Zijn hedendaagse variant, die biedt waar de tijd om vraagt. VN vindt dat PowNews (Rutger Castricum bijvoorbeeld) precies de satire is die past bij deze tijd: hard, ontmaskerend.

Ik heb sinds van Kooten en de Bie nogal slecht opgelet, want ik kan heel moeilijk zeggen wat deze tijd precies inhoudt. Ik kan precies vertellen wat het verschil is tussen 1976 en 1979, maar van alles na ongeveer 1985 kan ik geen tijdsbeeld maken. Ik weet echt niet wat het verschil is tussen 1992 en 2006. Waren mensen anders gekleed? Waren de meningen van de samenleving anders? Heeft 2012 andere satire nodig dan 1985?

Eigenlijk denk ik dat geen enkele tijd satire nodig heeft. Ik heb Rutger Castricum niet nodig, hoe charmant ik hem bij vlagen ook vind. De aantrekkelijkheid van van Kooten en de Bie zat 'm ook niet in de satire, maar in hun warmte. Satire is nergens goed voor; waarschijnlijk is satire zelfs contraproductief. Misschien heeft deze tijd (net als elke andere tijd) iets nodig dat ik noem originality (als het tegenovergestelde van spoof, het engelse woord voor satire). Dit blog is een voorbeeld van originality. Zo, het hoge woord is eruit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten