Op pagina 7 van Vonk, in de Volkskrant van 2 en 3 november, gaat het dus over de fractiemedewerkers, die geacht worden om de ongelofelijke stroom informatie (de kennis in de wereld neemt exponentieel toe; het aantal fractiemedewerkers blijft gelijk) effectief te delen met de verantwoordelijken: de kamerleden. Het zijn mensen, net als de kamerleden, die volledig opgeslokt worden door hun werk; dat schijnt te moeten in de politiek, de politiek is immers een veeleisende minnaar. Alleen hoogopgeleide jonge monomane idealisten komen ervoor in aanmerking om fractiemedewerker te worden, die vervolgens op basis van die ervaring een politieke carrière kunnen maken. Dat er waarschijnlijk ook tussen zitten die in het dolhuis belanden staat er niet bij, maar dat lijkt me voor de hand te liggen.
Waarschijnlijk ben ik ongelofelijk naïef als ik beweer dat een kamerlid het recht heeft om slecht geïnformeerd te zijn. De uitvoerende macht (ministers enzo) heeft de verplichting om de kamer juist te informeren en diezelfde uitvoerende macht heeft uitvoerig de middelen om de Kamer goed te informeren. De Kamer hoeft dus alleen maar te zeggen: informeer mij goed, ook als ik oliedom ben van de stress of als ik geen zin heb om uw stukken te lezen. Als de informatiestroom geen rekening houdt met die omstandigheden, dan heeft het kamerlid vrij spel om rare beslissingen te nemen. Tegen. Of juist voor.
Ook dit is via een omweg een pleidooi voor de Lijst Lege Stoelen, waarover ik hier al eerder blogde. En elders ook al. Die ene medewerker, waar het kamerlid van de LLS recht op heeft, mag gaan werken voor elk kamerlid dat behoefte heeft aan informatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten