De ruzie gaat dan over: waar zijn de spullen. Ongeveer de helft van de spullen in ons huis heeft een eigen plek, waar ze zijn, zonder dat daar ruzie over is. Hoewel dat nog geen garantie is, want op hun eigen plek kunnen spullen stoffig worden of in de weg staan, en wat er dan moet gebeuren en wie dat moet laten gebeuren of wie onze kinderen moet aanmoedigen om dat te laten gebeuren en op welke manier, ... ziedaar een creatief proces dat, afhanklijk van gemoedstoestand van de toeschouwer, zomaar een echtelijke ruzie genoemd kan worden. Over de spullen die geen vaste plek hebben, of die niet op hun vast plek staan heb ik het dan nog niet eens gehad.
Ik heb vervolgens meteen een filmscenario in mijn hoofd, getiteld: het Zoutvaatje. Dat komt, we brachten een zoutvaatje mee uit Portugal, dat mijn dochter had uitgekozen als kado voor haar moeder. Het zoutvaatje was eigenlijk een peper-en-zoutstelletje, en Lucie had het allerliefste de versie met de twee omhelzende koeien gekocht, maar ik vond de twee omhelzende koeien smakeloos, dus ik heb het kado tot twee in een abstract-traditioneel palet geschilderde mensfiguren teruggebracht. De twee respectievelijk drie ogen van de abstract-traditionele mensfiguren zijn de strooiopeningen voor zout en peper; Ursula vindt gemalen peper echter lekkerder, zodoende hebben we nu een pepermolen en twee zoutstrooiers (de mensfiguren) op tafel. Waarmee niet gestrooid kan worden, doordat hun ogen aan de zijkant zitten en hun zoute tranen veel te riant laten stromen. Dit verhaal past nauwelijks in een alinea, dat moet dus wel een avondvullende speelfilm worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten