zondag 12 mei 2013

zielig

Vandaag was ik in Blijdorp, de diergaarde, met mijn gezin. Ik ben tamelijk trots op hoe doortastend ik onze auto daar naartoe stuurde, ondanks dat de iPhone geen netwerk kon vinden en die dus geen route kon plannen. Blijdorp staat netjes op de borden en door de vele keren dat ik de stad doorkruiste ken ik ook redelijk de weg in Rotterdam.

Ik liep door Blijdorp met het idee dat de dierentuin een beetje zielig was. En daardoor zag ik ook dat het zielig was. Dit vond ik zielig: ik vond de kroketten zielig, die te kort in de frituur hadden gezeten en daardoor koud van binnen waren. Ik vond de onpasselijke hoeveelheid sponsors zielig, die overal met hun naam bij moeten staan. Ik vond alle onheilstijdingen over het milieu ook zielig; ik kon geen dier consumeren, of het was weer ernstig bedreigd; dat is niet alleen zielig, maar ook zo zwáár. En misschien ook zielig hoe het laatste werk van architect Ravensteyn hier langzaam staat te verrotten. Ik hou nogal van Ravensteyn. Maar ik hou ook van verrotting, dus wat zeur ik nou.

Er is iets met geld en Blijdorp. Ik liep daar dus als interim manager, door Blijdorp. Ik zou zeggen: terug naar de kernactiviteiten; Blijdorp is te groot. Dat hele stuk aan de verkeerde kant van het spoor kan rustig verkocht worden aan Den Haag, of aan een andere diergaardeloze grote Nederlandse stad. En sinds Nederlandse gemeenten hun stedenbanden vervelend beginnen te vinden, pleit ik voor dierenbanden, in plaats daarvan. Dat Hilversum bijvoorbeeld de uilengemeente wordt en De Ronde Venen de sprinkhanengemeente. Dan kan Blijdorp af en toe goedkoop uitpakken: de sprinkhanen zijn terug in Blijdorp!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten