woensdag 15 mei 2013

functionele zin

Iemand heeft me een keer verteld dat na een komma nooit het woord en mag komen, en ik geloof dat dan meteen. De vorige zin had dus eigenlijk moeten luiden: Iemand heeft me een keer verteld dat na een komma nooit het woord en mag komen en ik geloof dat dan meteen. Maar (dat mag trouwens ook niet: een zin beginnen met maar) ik vind dat de eerste zin iets anders betekent dan de tweede zin. In de eerste zin zijn met en twee zinnen aan elkaar geplakt, die alleen dankzij dat voegwoord iets met elkaar te maken krijgen (en dat is mijn bedoeling). In de tweede zin, de cursieve, is de en nogal ademloos, waardoor hij, althans als ik het uitspreek, vooral de woorden komen en ik met elkaar verbindt, wat nergens op slaat. Wat hebben komen en ik met elkaar te maken?

Ik geloof dat het woord En (met een hoofdletter, omdat ik bijna al mijn zinnen met dan woord laat beginnen) mijn schrijfstijl zo ongeveer samenvat. Ik hou ervan om terloops toch vooral heel compleet te zijn. Nummeren met a, b, c, d vind ik niet terloops genoeg; bovendien ben ik bang dat het aantal letters van het alfabet niet toereikend is om alles te vertellen. e) Ik ben ook bang dat ik vergeet waar in het alfabet ik gebleven ben.

En geeft me ook de mogelijkheid om de richting van het betoog totaal te wijzigen of op een banaler of juist filosofischer niveau te brengen; en is dan het enige anker, het enige woord dat de verbinding kan uitdrukken die ik wil, omdat de zinnen die ik wil verbinden ondanks alles wat mij betreft bij elkaar horen. Goed ook, dat in dit stukje geen enkele functionele zin begon met en.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten