Mijn middelbare school was - destijds - het grootste gymnasium van Nederland: het gemeentelijk gymnasium in Hilversum. Zo'n duizend gymnasiasten in een vroeg twintigste-eeuws gebouw, dat carrévormig was uitgebreid in de jaren zeventig en bovendien een groot noodgebouw deelde met het Roland Holstcollege, toch een flink stuk lopen verderop. Hilversum is niet, en was ook toen niet, de grootste of intelligentste gemeente van Nederland. Misschien kwam het door onze tamelijk voortvarende rector, die meteen na zijn promotie, nog nauwelijks een dertiger, tegen de klippen van de jaren tachtig dat gymnasium in de lucht ging houden, waar hij nationaal succes mee had. Ik heb horen zeggen dat ons gymnasium de mavo met latijn werd genoemd.
Ik heb maar drie jaar latijn gehad, maar ik heb nu al veertien jaar een liefdesrelatie met een lerares klassieke talen en waarschijnlijk helpt dat om dat beetje latijn van mij fris te houden. Ursula houdt echt van de latijnse grammatica. Na veertien jaar ben ik in gemeenschap van liefde getrouwd geraakt. Ita. Ursula is op nu aan het leren om latijn te spreken.
Tegelijk is mijn dochter aan het ontwaken uit de lethargie van haar basisschool. Haar cito-score was 525, wat erg laag schijnt te zijn, zeker omdat elk kind 500 punten kado krijgt, misschien om de pil te vergulden. De middelbare school van haar keuze wilde aanvullend onderzoek; daar scoorde ze 87 punten, waarna ze definitief was afgewezen. Met 87 punten kun je niet naar het gymnasium, maar wel naar schooltypes waar ik eigenlijk nog nooit van gehoord heb: BBL* (bébé-el sterretje) en PRO. Intussen is ze wel enthousiast aan het meedoen met onze gezinshobby: latijn spreken. BBL*, met latijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten