Ik vind nakijken niet bijzonder leuk werk. Wat het nakijken nog een beetje dragelijk maakt, is dat ik van van willekeurig stuk tamelijk naïef geschreven tekst, iets maak dat gewichtig wordt. Eerst was het onaf, maar door mijn joyeuze rode droedels erbij krijgt het het gewicht van een notariële akte. Nagekeken werk is een voltooid kunstwerk van voorzichtige bewijsdrang en statige ernst. 't Is misschien nogal pathetisch verwoord, maar ik meen het wel.
Nakijken lijkt misschien op schrijven, zoals ik dat soms beschreven heb zien staan bij Nederlandse schrijvers. Een activiteit kortom, waarbij men zich veelvuldig bedachtzaam moet krabben, eens een stukje lopen, verschillende pennen of rookwaren secuur op het bureau moet uitstallen, zachtjes moet neuriën en smakken; precies het tegenovergestelde dus van flexwerken.
Dat is het dus, waarom flexwerken niet werkt voor mij. Ik heb mijn eigen bureau nodig, om me aan te krabben, omheen te lopen, op uit te stallen en aan te neuriën en te smakken. De eerste potloodlijn die ik in een verslag van een student zet, is als een mes in een gaaf, jong dier. Dat is ernstig werk. Digitaal nakijken is net zulke onzin als digitaal slachten. Gevaarlijk ook, allebei.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten