Volgend schooljaar zijn - althans, dat is het voornemen - de propedeuses van de opleidingen Product Design en van Engineering, Design en Innovation gefuseerd. Ik maak me er hard voor dat er in dat nieuwe curriculum aandacht is voor iets dat voorlopig ontwerpgeschiedenis heet. Bij de opleiding Product Design bestaat dat al; men beseft daar dat het belangrijk is voor vormgevers om te weten waar het vak vandaan komt. Kennis van ontwerpgeschiedenis is belangrijk voor vormgevers, omdat alle vormen die eerder door andere vormgevers gebruikt zijn, betekenis hebben gekregen voor de gebruiker. Die betekenis beïnvloedt het gebruik nogal.
Ik denk dat het voor ingenieurs ook belangrijk is om de geschiedenis van hun vak te kennen. Ook wel vanwege de betekenis die techniek gekregen heeft voor de gebruikers, maar dat is maar een ondergeschikt argument. Ik hoop dat kennis van de techniekgeschiedenis bijdraagt aan het gevoel erbij te horen. Een gevoel dat veel ingenieurs, in mijn ogen, missen. En ingenieurs die het gevoel hebben er niet bij te horen, zullen niet in staat zijn om duurzame ontwerpen te maken.
Ik wilde dat verhaal beginnen met JW Visser, de stichter van de (Amsterdamse) Kweekschool voor Machinisten. Die Kweekschool was (een van) de eerste HBO opleiding(en) van Nederland en is de voorloper van de opleiding ED&I (en dus ook van PD). ED&I heeft, net als de rest van de HvA en waarschijnlijk niet met opzet, er in al haar uitingen voor gezorgd dat elke referentie aan een roemrijk verleden volledig is uitgewist. Mijn taak is nu dus om historisch onderzoek te gaan doen naar de roemrijke JW Visser. Hoe doet men dat, historisch onderzoek naar roemrijkheid?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten