zaterdag 23 februari 2013

leefbaarheid

Mijn peetkind logeerde hier en heel soms (maar echt alleen meer héél soms) liet ze en glimp zien van een van de schoolboeken die ze bij zich had. Volgende week heeft ze 6 toetsen. Blijkbaar had ze zich voorgenomen om die toetsen te leren. Bij ons. Mijn peetkind doet vmbo-T. Drie jaar geleden ging ze van de lagere school met een vwo-advies. Ze houdt niet zo erg van wiskunde, en ze is niet bereid om die liefde te ontwikkelen, alleen om op een school te mogen blijven.

Het schoolboek dat ze liet zien was een aardrijkskundeboek. In dat aardrijkskundeboek had ze met een marker alle definities gehighlight die ze voor haar toets uit haar hoofd moest leren. Deze definitie trof me, van een achterstandswijk: Een woonwijk met een slechte leefbaarheid. Vaak gaan er dingen niet goed: een hoge werkloosheid en een laag inkomen. Opvallend vaak wonen in zo'n wijk veel allochtonen. (In hetzelfde boek: Allochtoon: Iemand van wie minstens een van beide ouders in het buitenland is geboren.) Grappig: op het vmbo heet economie dus aardrijkskunde.

Mijn peetkind is allochtoon, volgens de definitie. Als zij, en al haar medeleerlingen, allochtoon en autochtoon, definitievragen niet beantwoorden met hele zinnen, worden er 2 punten van het antwoord afgetrokken (Een woonwijk met een slechte leefbaarheid is dus 2 punten aftrek). Mooi en empathisch, dat de maker van het aardrijkskundeboek werkloosheid en laag inkomen niet goed vindt. Op een of andere manier lijkt het in zijn definitie alsof dat de schuld is van de wijk, of misschien wel van de mensen van wie minstens een van beide ouders in het buitenland geboren is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten