Wat ik van de kunstenaar die mijn vader is geërfd heb, is zijn rusteloosheid en het daarbij passende totale gebrek aan commercieel talent. Mijn vader hanteert vele stijlen, vele technieken, vele materialen, maar de meeste niet volledig. Hij begint ergens tamelijk nonchalant aan, als een nieuwsgierige amateur en is er vervolgens weer snel verveeld mee.
Ik herken die verveling; ik verveel me omdat de ingeslagen richting me bij nader inzien niet helemaal bevalt, maar ik verveel me óók uit een soort koudwatervrees: ik zie ertegenop om me in de nieuwe richting helemaal te verliezen. Ik zie om mij heen dat de (commercieel) succesvolle kunstenaars zich wel helemaal in iets helemaal kunnen verliezen.
Technieken en materialen waarin mijn vader zich niet helemaal verloren heeft zijn: zinksolderen, lithografie, etsen, keramiek, hout, brons, zeefdruk, kartondruk en al die andere experimenten die in Bussum getoond worden. Dit zijn allemaal reisjes die hij maakt (mijn vader is een tamelijk reislustig type) om daarna weer terug te keren bij - volgens mij - drie technieken die zijn hart gestolen hebben en waarmee hij zijn grenzen durft op te zoeken en waarmee hij zich echt kan uitdrukken. Die drie technieken zijn: aquarel, acryl en ready mades. De acryl en de ready mades zijn van de laatste twintig jaar. Ik geloof dat hij in aquarel, in acryl en in ready mades alles kan maken wat hij wil. Daarin is hij een meester.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten