woensdag 17 oktober 2012

Johannes

Mijn eerste plan was om, bij het verjaardagsfeest van mijn vader, niet een kijkwijzer voor zijn werk te maken (zie voorgaande stukjes), maar om uit het Heilige Schrift voor te lezen over Johannes. Mijn vader is Nederlands Hervormd opgevoed, en zijn vader, mijn opa dus, las dagelijks aan tafel uit dat Boek voor; diezelfde opa heeft mijn vader Johannes (in de wandelgang: Hans) genoemd. Ik was benieuwd in hoeverre mijn vader de Johannes geworden is, over wie hij jaar in jaar uit aan tafel te horen kreeg. Zoiets heeft toch invloed, lijkt mij. Ik deed dat toch niet, dat voorlezen uit de Schrift, omdat mijn vader er destijds nooit echt van hield om naar te luisteren, aan tafel, of elders.

In het Heilige Schrift zijn twee Johannesen. Johannes de Doper, met wie het Lucas Evangelie begint, en Johannes de Evangelist, die een heel stuk van het Nieuwe Testament geschreven heeft. Ik heb nu Lucas, Marcus en een deel van Matteüs gelezen; mijn sympathie gaat nu - dit is een tussenstand - van de twee Johannesen uit naar Johannes de Doper. Johannes de Evangelist komt, net als de andere leerlingen van Jezus, niet erg intelligent of hartelijk over.

Net als mijn vader heeft Johannes de Doper een baard. En toen mijn vader de opdracht kreeg om één keer een kerkraam te maken - in Deinum, Friesland - van Johannes de Doper, beeldde hij die man, om hem beter van Jezus-met-de-manen te kunnen onderscheiden, kaal af. Net als hijzelf, eigenlijk. Mijn vader was toen ongeveer 30. Zo oud als Johannes de Doper was toen zijn hoofd op een schaal bij Herodes Antipas werd gebracht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten