maandag 9 april 2012

cursus

Sinds een week leid ik een cursus creativiteit, voor technici. Ik heb bedacht dat de cursus acht bijeenkomsten zal duren. Wat ik in die acht bijeenkomsten precies ga doen, dat weet ik nog nauwelijks. Toch ben ik de eerste bijeenkomst met veel succes doorgekomen. Vanavond is de tweede. Mijn cursus wordt bezocht door vijf eerstejaars studenten van de opleiding waar ik lesgeef, die daarvoor geen studiepunten krijgen en die mij daarvoor een kleine vergoeding betalen.

Ik ben van mening dat er voor creativiteit niets meer nodig is dan vertrouwelijkheid, en ik wil de vertrouwelijkheid, die ik in de eerste bijeenkomst al heb laten ontstaan, uiteraard eerbiedigen. Er zijn me daar echter toen al enkele dingen opgevallen, die ik zo graag wil opschrijven, maar met het risico dat er van die vertrouwelijkheid niks overblijft. Vooruit, ééntje dan:

Ik vroeg de deelnemers om herinneringen op te halen aan toen ze acht jaar oud waren, en hoe ze toen dingen maakten. Ik ging er, volkomen onterecht, vanuit dat, omdat ik zelf toen ik acht jaar oud was erg vrijmoedig allerlei dingen maakte, iedereen die ingenieur werd op zijn achtste al allerlei dingen maakte. Een van de eerste herinneringen die iemand ophaalde, was aan de dingen die hij kapot gemaakt had. Drie van de vijf deelnemers - ik tel mezelf mee - had vroeger (vooral) dingen kapot gemaakt. Ben ik iets op het spoor?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten