Een tijdje geleden vond ik mijn militaire vaccinatiekaart. Ik probeer delen van mijn archief te composteren, en ik weet niet of ik mijn vaccinatiekaart toen zuurvrij heb opgeborgen, of juist aan de wormen heb gegeven. Ik weet wel dat ik schrok. Ik schrok van de aantekeningen op die kaart. Van alle milliliters lichtbuine vloeistoffen, die in 1987 met militaire injectienaalden in een noodgebouw op het terrein van de Frederik Hendrikkazerne in Blerick in mijn arm gezet zijn. Misschien was het lichtbruin water. De twee meter grote goedmoedige Drentse Obelix die voor mij in de rij voor de prikken stond, viel ervan flauw.
Ik heb in dienst ook leren exerceren. Exerceren is lopen met een groepje, onder leiding van een aanvoerder die vertelt hoe er gelopen moet worden. Het rechterbeen speelt een belangrijke rol bij exerceren. Alle draaien (rechtsomkeert! etc) moeten gedaan worden op de bal van de rechtervoet. Tenminste, dat is de versie van exerceren die ik sinds 1987 in mijn loopje heb ingebouwd. Als ik ergens de bocht om moet, dan draai ik op de bal van mijn rechtervoet.
En nu, vijfentwintig jaar later, gaat mijn rechterknie protesteren. Ik noem dit mijn oorlogswond. Ter genezing: ik begin er maar eens mee om te proberen onbevangen pre-militair te wandelen. Als dat niet lukt, ga ik fysiotherapie doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten