Ik rijd vrij vaak de hele A6 af, die, van mij uit gezien, bij Muiderberg begint, en in Joure opgaat in de A7. De A6 gaat door de enorme, unieke Nederlandse polders. Dat rijdt lekker hard - 160 is nooit een probleem - maar voor mij nooit hard genoeg om te verhinderen dat ik nieuwsgierig word naar dat polderlandschap. Ik houd vooral van de Noordoostpolder, met dat mysterieuze Emmeloord en de vakwerkboerderijen omringd door echte bomen. Dit is onbeschreven land, ... hier is misschien iets gebeurd, maar niemand weet wat.
Nou ja, toch een beetje. Sinds 2008 is er Joris van Casterens boek Lelystad, over Lelystad. En in de polder gebeurt ongeveer wat ik al dacht dat er gebeurde: de dingen die ook gebeuren in Boccaccio's Decamerone en in de boeken van Louis-Paul Boon. En van Casteren beschrijft die gebeurtenissen (moord, vandalisme, aanranding van kinderen) ook zoals Boccaccio en Boon dat deden: zonder oordeel en daardoor heel mild. Het zijn ook maar mensen, die die polder overkomen is.
Ik lijk op Joris van Casterens vader, die als pionier naar Lelystad kwam. Als ik over de A6 rijd dat ben ik zo'n pionier, en soms nog wel vaker ook. Dan denk ik: het zal toch wel meevallen, met die polder? En: kan mijn bijdrage niet net het verschil maken? Ja, zulke dingen denk ik. Maar het dode paard Flevoland is voor mij te dood en te groot om aan te trekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten