maandag 5 december 2011

warme overdracht


Ik heb de vorige twee stukjes over studieloopbaanbegeleiding aan een collega voorgelezen, en zij vindt nu dat ik niet één, maar vier stukjes moet doen op 9 december, om de overgang tussen de verschillende onderwerpen die besproken worden, te markeren. Okee, dan.

'Studenten stellen soms heel verrassende vragen aan mij. En aangezien ik hier rondloop in mijn hoedanigheid als docent, weet ik altijd op alle vragen antwoord. Ik vind dat dat zo hoort, als docent. Als ik het gevoel heb dat de vraag echt belangrijk is, dat wil ik nog wel eens zeggen: 'O, dat weet ik eigenlijk niet, ... maar misschien moet je het eens aan collega $ voorleggen.' Alle andere vragen pareer ik met charme en bluf. Zo doen docenten dat, toch?

Charme is goed, maar bluf is natuurlijk een zwaktebod. En als ik iemand doorverwijs, zou ik niet misschien aan collega $ willen doorverwijzen, maar met overtuiging: ja, collega $ moet je hebben! Die gaat je echt verder helpen. Dit doorverwijzen is en onderdeel van warme overdracht.

Ik ken genoeg mensen die allergisch zijn voor woorden die de agogen gebruiken. Het woord intervisie, bijvoorbeeld. Of Belbin-test. Ikzelf heb moeite met warme overdracht. Ik moet denken aan broodje warm vlees. Ik vind warme overdracht een beetje vies. Terwijl er toch iets heel zinvols mee bedoeld wordt; namelijk, dat je de dingen goed georganiseerd hebt.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten