dinsdag 4 februari 2014

krankjoreme haatserenade

Het is mijn vaste voornemen om hier, in het openbaar, nooit onaardige dingen over andere mensen te zeggen; niet omdat ik over andere mensen nooit onaardige gedachten heb, maar omdat er in kritiek zo weinig echt opbouwends schuilt. Ik wil voor Joost Zwagerman toch wel een uitzondering maken, want Joost Zwagerman vind ik een sukkel. Ik vind: je kunt het aan zijn kop al zien. Niet aan zijn neus of aan zijn oorlelletje, waarop zijn smaak en zijn karakter weinig invloed hebben, maar wel aan zijn haar, hoe het geknipt is, aan het brilmontuur dat hij gekozen heeft en aan de manier waarop hij door dat brilmontuur heen kijkt. En die speciale Joost-Zwagermanmond, die hij daarbij altijd trekt; uit dat alles maak ik op dat ik hem onaangenaam vindt.

Op pagina V5 van katern Boeken. van de Volkskrant van 2 en 3 november krijgt Joost Zwagerman een hele pagina om te schrijven over een pamflet, dat Leo Tolstoj schreef nadat hij in 1890, na een geloofscrisis en een depressie, veranderd was in een boze goeroe met nogal krachtige, afkeurende oordelen. Dat pamflet is, ondanks dat zijn biograaf al gewaarschuwd had dat alles wat Tolstoj na 1890 geschreven heeft tamelijk oninteressant is, vermoedelijk op aandringen van Arnon Grunberg uitgegeven door Atheneum en uit het Russisch vertaald door Hans Boland. Grunberg legt in het voorwoord uit dat Tolstoj hier doet denken aan Gerard Reve, en ook dat het wellicht de moeite waard is om ook 'ns kennis te nemen van opinies die je zelf nog niet had.

Daar kan Joost Zwagerman niet bij: waarom zou je kennis willen nemen van opnies die je zelf niet hebt? Die van Gerard Reve waren tenminste nog een grappige warboel van ironie, schnmieren en katholieke clownerie. Wat Tolstoj, volgens Joost Zwagerman nog steeds zonder ooit één slechte zin te formuleren, in dit pamflet schrijft is een krankjoreme haatserenade [...]. Tolstoj vindt Bach en Beethoven ontaard, Rilke, Beaudelaire en Huysmans pornografen, Rafaël en Michelangelo onbenullig, en zijn eigen boeken, die van Tolstoj dus, slechte kunst. Interessant! Jammer dat Zwagerman op die hele pagina het niet voor elkaar krijgt om uit te leggen wáárom Tolstoj dat allemaal vond, want ik ben zeer bereid om hem (Tolstoj bedoel ik, niet Zwagerman uiteraard) in deze opinies te volgen. Ik kan Bach ook niet langer dan veertig minuten verdragen, Huysmans is evident een pornograaf en onbenullig vind ik best een rake typering van wat Michelangelo gemaakt heeft. Ik vrees dat Joost Zwagerman net te bekrompen is om zich in iemand met een afwijkende opvatting te willen verplaatsen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten