woensdag 1 januari 2014

haren op de knokkels

In maart 2013 heb hier een theorie uitgewerkt over katholieke steden, maar ik publiceerde die theorie niet, omdat ik 'm niet compact genoeg vond. Grofweg kwam het erop neer dat ik me in de steden die ik katholiek noem, me minder veilig voel dan in de hervormde steden. Utrecht, Amsterdam, Nijmegen, Haarlem, Alkmaar: allemaal in meer of mindere mate katholieke steden. Amersfoort, Dordrecht, Groningen, Den Haag, Rotterdam, Maastricht, Arnhem: hervormde steden. De theorie werd oeverloos, toen ik probeerde uit te leggen waarom ik Amsterdam een katholieke stad vind, en Maastricht juist hervormd.

En een voetbalclub vertegenwoordigt een stad, waardoor ik, in analogie met bovenstaande, meer van FC Groningen ADO Den Haag, Feyenoord en Vitesse hou dan van FC Utrecht, Ajax, NEC en AZ. (De voetbalclubs van Haarlem, Amersfoort, Dordrecht en Maastricht, daar kon ik even niet opkomen, of ze stonden niet in het linkerrijtje van in de Volkskrant van 2 en 3 november, ook niet op de rechterpagina: pagina 43). Maar nog sterker in mijn waardering van een club speelt een soort gegroefdheid mee: een gammel stadion in een verloederde industriestad, zulke clubs zijn me eventueel het liefst. Dus toch wel FC Utrecht in de oude Galgenwaard (afbeelding) of Sparta.

Decennia geleden werd ik uitgenodigd op de seizoenskaart van een verwante oude Amsterdammer, om Ajax tegen de Graafschap te kijken, in de ArenA. We zaten zeer hoog in dat gigantische betonnen kasteel, de spelers waren niet groter dan de haren op de knokkels van mijn wijsvinger. Ik heb voornamelijk omhoog, naar de dakconstructie gekeken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten