dinsdag 2 juli 2013

oude krachten

Tussen 1930 en 1945 was Europa zeer verbitterd over de dominantie van de nieuwe Amerikaanse waarden.
Europa was gedesillusioneerd en financieel geruïneerd en er waren veel anti-kapitalistische en anti-democratische sentimenten. Na de beurskrach van 1929, die ook Europa zwaar trof, werd de toon hard: extreem-rechts en extreem-links waren erg populair en bestreden elkaar openlijk en met zware middelen. Rusland was inmiddels getransformeerd in de communistische Sovjet Unie; Italië, Spanje, Oostenrijk en Duitsland veranderen, door staatsgrepen, burgeroorlog of langs democratische weg in rechtse totalitaire dictaturen. Het Duitse nazisme koppelde die totalitaire staatsvorm bovendien aan fanatieke haat tegen de Joden.

De Joden zijn een bijzonder volk: toen Hitler in Duitsland aan de macht kwam leefden ze al dik tweeduizend jaar in diaspora. Het is geen enkel ander volk ooit gelukt om zo lang vast te houden aan hun unieke identiteit, zonder een eigen land. Het Joodse messiasverwachtende monotheïstische geloof speelt bij dat overleven een belangrijke rol. Zoals alle volkeren zijn ook de Joden gedwongen om zich aan te passen, maar omdat ze dat niet deden, werden hun allerlei rechten ontnomen; met name om ambachten uit te oefenen. Alleen in de vrije beroepen (belastinginner, koopman, bankier) werden Joden gedoogd, tenminste, zolang ze gedoogd werden. Joden werden gemakkelijk gezien als vazallen van het kapitalisme. De propaganda van de nazi's heeft de anti-kapitalistische sentimenten omgezet in Jodenhaat, die tenslotte leidde tot de holocaust.

In Europa idealiseren de linkse en de rechtse totalitaire regimes ijver, uniformiteit en superioriteit van eigen (mannelijke) kracht. De communisten propageren gelijkheid, en de fascisten en de nazi's juist hiërarchie. De linkse kleuren waren rood en wit, de rechtse kleuren bruin en zwart. In de rest van de wereld, de 'vrije' wereld, swingde de Art Deco vrolijk verder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten