Door het permanent onbehagelijke gevoel tijdens mijn studie aan 's Neerlands beste universiteit - de TU Delft - (1988-1995) en ook door de bedrijven die ik als stagebegeleider bezocht (1995-2013), lijkt het alsof ik een beeld gekregen heb van wat ontwerpers doen. En ik was vrijwel altijd erg tevreden dat ik gelukkig toch maar geen ontwerper geworden was. Vijfentwintig jaar indoctrinatie, die ik nu aan het afschudden ben: ontwerpen is in werkelijkheid wel leuk, en nuttig en opbouwend. Men kan zich hopelijk voorstellen dat het enige tijd kostte om me na deze beslissing te hernemen.
Vijfentwintig jaar lang heb ik gedacht dat ik overal kon zien dat ontwerpers allemaal de vazal zijn van het kapitalisme. Als studenten bij de faculteit Industrieel Ontwerpen ontleenden wij ons bestaanrecht als ontwerpers alleen aan het gat in de markt (dat we eerst zelf moesten zoeken). En bij de bedrijven die ik bezocht zag ik ontwerpers en technici, die, zonder uitzondering, hun ontwerpidealisme hadden verruild voor de schijnrealiteit van de markt. Een onaantrekkelijke wereld van concurrentie, geheimhouding, haast en uitbuiting.
Het kapitalisme is binnenkort voorbij. Er is geen reden om aan te nemen dat de wereld er dan anders uitziet: als er geen kapitalisme meer is, zal er nog steeds openbaar vervoer zijn. En kleding en huizen en meubels en onderwijs. En om deze dingen tot stand te brengen zijn nog steeds ontwerpers nodig. Ik bedoel alleen maar: ontwerpers zijn in werkelijkheid niet de vazal van het kapitalisme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten