donderdag 19 april 2012

kosmopolitisme

Als kind en als tiener heb ik enkele communistische landen bezocht. Ik geloof dat eind jaren zeventig en begin jaren tachtig - toen ik kind en tiener was - niemand meer echt bang was voor het communistische gevaar. Communistische landen heetten de Tweede Wereld, ze waren daar dus ietsje zieliger dan bij ons (in de Eerste Wereld) maar toch weer ietsje minder zielig dan in de Derde Wereld. Verder waren het grappige parallelle universa, Polen, Tsjecho-Slowakije, Joegoslavië en Hongarije: de landen die ik bezocht. Malle auto's, komische winkels, hilarische prijzen.

Meestal ging ik naar katholieke landen op vakantie: Zuid-Frankrijk, Italië, Griekenland. Dat was ook zo'n parallel universum; weliswaar ongeveer dezelfde auto's, winkels en prijzen als bij ons, maar er was iets gezelligs daar, iets gezamenlijks, iets collectiefs dat ik wel voelde maar niet kon benoemen. Ik dacht dat het aan het klimaat lag. Maar ik had dat onbenoembare gevoel ook in de tweede wereld: in Polen en Hongarije, waar het klimaat heus niet zo aangenaam was als in Toscane.

Die kathomunistische cultuur van Polen en van Toscane, dat is precies het tegenovergestelde van wat ik maar even kosmopolitisme noem. Ik heb altijd gedacht dat ik het beste zou gedijen in een kosmopolitsiche cultuur, met veel diversiteit en verdraagzaamheid. Dat laat zich toch moeilijk rijmen met mijn permanente verlangen naar Polen of Toscane.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten