donderdag 8 maart 2012

stipjes

Op de middelbare school hebben ze het eerst geprobeerd om mijn nieuwsgierigheid te kanaliseren in een methode. Ik moest toen bijvoorbeeld een spreekbeurt houden, over een boek uit de Nederlandse literatuur dat ik zelf mocht kiezen. En ik moest een herbarium aanleggen van in mijn omgeving aangetroffen bloemen en planten, die ikzelf had mogen uitkiezen. En ik moest een gewichtje aan een papierstrook bevestigen, het gewichtje laten vallen terwijl op de papierstrook stipjes gezet werden door een ratelend apparaat, ... aan dat onderzoek viel niets te kiezen.

Op de TU heb ik ook onderzoek gedaan: ergonomisch onderzoek en marktonderzoek. Ik vond er geen klap aan. Wat een hoop werk om helemaal niets wezenlijks te weten te komen: gruwel! De permanent kritische blik waarmee een onderzoeker alsmaar naar alles moet kijken: om van de kokken. Het doorlopende geĆ«mmer over de methode: ga toch ergens anders in een put lopen schreeuwen, ajb.

En nu ben ikzelf de coƶrdinator geworden van het project waarin mijn eerstejaars studenten enthousiast moeten worden voor het doen van onderzoek. Geen mensen die, zoals ik, Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs hebben gevolgd. Mensen van wie duidelijk is dat ze iets willen maken, ... niet dat ze iets willen weten. Mensen met een fundamenteel wantrouwen tegen nieuwsgierige types. Mmmmm.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten